Vorige week was ik met Kim naar de sauna. Een dag lang helemaal niets, lekker luieren in de blote bips. Zo fijn. We kregen het verwendagje al een tijd geleden. Hadden we geweten dat het op het moment suprême 28 graden zou zijn …
Op zo’n snikhete dag gaat toch niemand voor z’n lol naar de sauna?
Degenen die er waren lagen op de ligweide. Full Monty te genieten van de zon. Over filmklassiekers gesproken … Puur toeval of toch de hitte? Gedurende de dag was er een aantal voorvallen dat ons aan filmtitels deed denken.
Het begon al toen we thuis wegreden. De edgy playlist die we uitkozen maakte ons roadtrip-gevoel compleet. We draaiden de raampjes naar beneden en toen de wind onze haren deed opwaaien riep Kim: ‘Thelma and Louise, on the road again!’ Op de Afsluitdijk slaakten we tegelijk een zucht. ‘Water zover je kunt kijken. Een mooier uitzicht bestaat er niet’, zuchtte ik. Kim was het roerend met me eens en we beseften eens te meer dat we kinderen van een zeeman zijn. Ons zeemanshart klopte overuren terwijl we ‘Had ik maar iemand om van te houden’ uit Ciske de Rat inzetten.
Rond lunchtijd streken we neer op het terras en bestelden een salade (geloof mij, als je de hele dag met je naakte nixie wordt geconfronteerd, is salade het enige wat je eet). Vanuit het niets dook een gigantische duif op. Hij schaarde laag over het terras om vervolgens keihard tegen het raam van het restaurant te vliegen. De versufte duif landde op het hoofd van een nietsvermoedende mede-nudie, die vervolgens hard begon te gillen. ‘Oeh … lijkt wel een scene uit Hitchcock’s Birds‘, fluisterde ik onheilspellend.
We zochten de ligweide op. Even uitbuiken, misschien een uiltje knappen. Nu moet je weten dat ik van nature niet zo’n naaktloper ben. Topless zonnen gaat nog wel, maar ik heb nou eenmaal graag de broek aan. Dus legde ik een handdoekje over mijn vrouwelijkheid. De wind blies het handdoekje keer op keer weg. Na ontelbare pogingen tot fatsoeneren, besloot ik de flamoes dan maar bruin te bakken. ‘Wat doe jij nou?’ merkte Kim geschrokken op. Ik zei het al, men is dit niet van mij gewend. ‘Smeer het wel even in Wen’, vervolgde Kim. ‘Anders kunnen we straks over jou ook een film maken: The girl with the red punani.’