Er zijn ingrijpende gebeurtenissen in het leven die je altijd bijblijven. Zo weet ik nog precies wat ik deed op 9/11. En weet ik exact waar ik was op het moment dat onze mooie rooie zijn laatste adem uitblies. De laatste gebeurtenis die me aangreep was het moment waarop werd bekendgemaakt dat het lichaam van Anne Faber was gevonden. Ik was in Chiclana toen ik het nieuws las. Op de plek waar ik mijn dromen ga verwezenlijken, besefte ik dat Anne’s dromen nooit zullen uitkomen.
Ik weet zeker dat Anne ze had, dromen. Zij was een wereldverbeteraar. Dat blijkt wel uit het nieuwsbericht dat ik gisteren las. Michael P. is met zijn scooter tegen haar aangereden, waarna ze zijn aandacht trok omdat er een woordenwisseling ontstond. Was Anne gewoon doorgereden zonder iets te zeggen … je durft het bijna niet te denken.
Verbeter de wereld, begin bij jezelf. Een motto waarnaar ik leef. Een heilig boontje? Ben ik niet. Maar ik doe mijn best. Zo begreep ik destijds niet dat zoveel mensen, tot in de details, konden navertellen hoe Theo van Gogh werd vermoord. Vanuit hun veilige schuilplaats zagen zij het gebeuren. ‘Waarom heeft niemand iets gedaan?’ brieste ik. Ik kon niet bevatten dat iemand werd afgeslacht zonder dat omstanders iets deden. Had met z’n allen die aanvaller gepakt, desnoods een steen naar zijn hoofd gegooid. Ik zou dat wel doen, zeker weten.
Toen. Nu weet ik het niet zo zeker meer.
Laatst fietste ik op een smal dijkje langs de woonboten in Purmerend. De scholen waren net uit, dus het was druk. Vanuit de verte zag ik ze al aankomen, drie tienermeiden naast elkaar. Er schoot een aantal scenario’s door mijn hoofd.
Zal ik bellen?
Maar bellen schijnt tegenwoordig juist agressie op te wekken.
Zal ik afstappen, ze laten passeren en weer doorfietsen?
Ja daag!
Zal ik gewoon doorfietsen?
Ik schatte de ruimte in die voor mij overbleef en besloot door te fietsen.
‘Weet je wat? Ik doe helemaal zen en glimlach naar ze in het voorbijgaan’, dacht ik en voegde de daad bij het woord.
‘Wat moet je?!’ riep het meisje dat mij het dichtstbij passeerde. Vervolgens smeet ze het klokhuis van de appel die ze net oppeuzelde keihard in mijn gezicht.
Uiteraard verbleekt hetgeen mij overkwam bij wat Anne overkwam. Maar stel, ik had wel iets gezegd tegen deze meisjes. En stel, ze hadden wapens op zak. Een glimlach wekte deze reactie op, wat zouden ze na een opmerking hebben gedaan? Moeten we in het vervolg maar zwijgen? Is ‘Kun je niet uitkijken?’ een reden om iemand te verkrachten en te vermoorden?
Michael Jackson zong ooit ‘I’m starting with the man in the mirror‘. Een lied dat ons vertelt dat we de wereld alleen kunnen veranderen door te beginnen bij degene die je in de spiegel aankijkt.
Maar wat als die spiegel is gebarsten en het zicht troebel?