Vroeger was ik altijd verliefd. Vanaf, pak ‘m beet, mijn twaalfde was het raak. Iedere twee weken op een ander en telkens weer heviger dan de keer ervoor. Puberaal gedrag nam extreme vormen aan. Niet slapen, niet eten, agenda’s vol schrijven met zijn naam om vervolgens duizenden hartjes eromheen te tekenen… En twee weken later weer een nieuwe agenda te kopen.
Hoe ik ze uitkoos, geen idee. Maar ik werd altijd gedumpt. Ik had het al vroeg in de vingers, die gave om voor het onbereikbare te gaan. De onbereikbare jongen in dit geval. Tranen met tuiten huilde ik, terwijl ik luisterde naar slechte lovesongs. Dit keer wist ik het zeker: mijn hart was voorgoed gebroken, hier kwam ik nooit meer overheen. Tot de volgende liefde van mijn leven zich aanbood en het hele circus weer opnieuw begon.
Onbereikbare jongens maakten plaats voor onbereikbare mannen, de termijn van twee weken werd verlengd naar twee maanden. Een enkele keer hield ik het zelfs twee jaargetijden vol. Ze kwamen, gingen en het enige dat ik eraan overhield was dat gebroken hart.
Begin dit jaar gebeurde het voor het laatst. Tenminste, dat beloofde ik mezelf. Mijn hart brak harder dan hard, dit kon niemand evenaren.
Tot ik op een hele donkere zondag te horen kreeg dat Bowie dood was. Mijn mooie rooie, de échte liefde van mijn leven, was er niet meer. Opeens had dat viersterren hotel in Sevilla met supercool zwembad op het dak meer weg van Alcatraz. Ik moest naar huis, hem nog een keer vasthouden, hem vertellen hoeveel ik van hem hield en dat hij echt niet weg kon gaan! Een kater van negen jaar oud kon toch niet zomaar dood zijn?
Bowie had een kapot hartje, waarschijnlijk zijn hele leven al. Als de echte kerel die hij was, had hij dit nooit laten merken. Als kitten hing hij lekker in de gordijnen (en in mijn benen) en als volwassen tijger vocht hij geregeld met zijn zusje. Kuren waren het, momentopnamen. De rest van de tijd was hij lief, té lief. Als het vroor kroop hij naast me in bed, drukte alle vier zijn pootjes tegen mijn been en viel snurkend in slaap. Ongemerkt ging ik steeds meer van hem houden en werd hij de eerste man die het negen jaar met me uithield.
Mijn hart brak dit keer niet, het kneusde. Ze zeggen toch dat je beter je voet kan breken dan kneuzen? Schijnt minder pijn te doen. Klopt. Een breuk wordt gezet en geneest wonderbaarlijk maar een kneuzing blijft altijd een zwakke plek. Een gekneusd hart heelt niet meer, hoe hard je het ook probeert. Want geloof me, ik probeer het. Maar mijn puberale neigingen steken weer de kop op.
Ik wil weer eens het onbereikbare, besefte ik gisteren toen ik met het eerste kerstliedje dat ik dit jaar hoorde meezong.
‘All I want for Christmas is you… Bowie’
aangrijpend, en prachtig geschreven..
sterke!
Groetjes petra
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel x
LikeLike
mooi geschreven! knuffel!
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi Wen!
LikeGeliked door 1 persoon
Thanks girls x
LikeLike
Pingback: What doesn’t kill you, makes you… happy! | Wendy's Wereld