Vriendin X strikes again! Gaf ze me met haar tietenprobleem al eerder inspiratie voor een smulcolumn, ze flikt het gewoon weer. ‘Wen, ik voel me op dat werk net een lieveheersbeestje in een wespennest’, begon ze laatst haar klaagzang tijdens een van onze wijn-avondjes. Ondanks de treurige blik in haar ogen, ging ik er eens even lekker voor zitten.
X werkt op een kantoor. Samen met een andere vrouw vormt zij het directiesecretariaat. ‘Nou ja, vrouw is teveel gezegd,’ snoof X terwijl ze een spetter rode wijn van haar kin veegde, ‘een goedkope del, dat is het!’ X’s werk-wederhelft neemt het namelijk niet zo nauw met de huwelijkse trouw. Die van haarzelf en die van de directeur welteverstaan. Laat ik het zo zeggen, op haar visitekaartje staat directiesecretaresse, maar bij de koffieautomaat spreekt men van een erectiesecretaresse.
Je raadt het al, de erectiesecretaresse heeft het prima voor elkaar. Ze krijgt alle leuke klusjes toegespeeld, mag delegeren tot ze een ons weegt (erg handig, heeft de directeur het niet zo zwaar als zij bovenop gaat) en is uiteraard degene die notuleert tijdens ‘heidedagjes’. Wanneer het echter tijd is om de vergaderzaal op te ruimen, of als er een pak bij de stomerij opgehaald moet worden (hoe kwam toch die lipgloss vlek rond zijn kruis) wanneer het net begint te sneeuwen, weet de directeur X te vinden. Tijdens de jaarlijkse functioneringsgesprekken werd X doodleuk verteld dat de salarissen worden bevroren. Crisis, recessie, alle termen uit het Acht uur Journaal werden optimaal benut. Maar de erectiesecretaresse vertelt glimmend van trots aan wie het maar wil horen dat ze dit jaar niet één maar vijf procent loonsverhoging krijgt. ‘Wen, wat doe ik toch verkeerd?!’
Lang nadat X naar huis was, dreunde die vraag nog na door mijn hoofd. Wat doen we verkeerd? Doen we het eigenlijk wel zo verkeerd? Want net als X, komt ook mij niet alles aangevlogen in dit leven. Dat weet ik, onderga ik en accepteer ik. Als ik iets wil bereiken, zal ik daar mijn stinkende best voor moeten doen en soms is zelfs dát niet genoeg. Natuurlijk heb ik mensen in mijn omgeving die ervoor kunnen zorgen dat mijn laatste manuscript op het juiste bureau bij een grote uitgever belandt. Bieden zij dit aan? Helaas… Vraag ik ze dat? Van je nevernooitniet! Mezelf verloochenen? Ik peins er niet over. En dat heerlijke gevoel wanneer iets uiteindelijk wel lukt? Dat zullen de erectiesecretaresses van deze wereld nooit ervaren. Dus moet wat mij betreft de vraag zijn: Doen we de dingen die we doen soms juist té goed?
Lieve X, luister goed (want ik weet dat je dit leest) (en me ‘ontvriendt’ als ik het waag nog eens over je tieten te schrijven) (en ik dat dus nooit meer zal doen): Wees trots op jezelf en laat het geneuzel over aan de zwakkelingen. Aan het eind van de dag kunnen wij onszelf recht in de spiegel aankijken… zonder een kleverig druppeltje uit onze mondhoek te hoeven vegen.