Ik ben verliefd.
Op Paul Turner.
Ja precies, die lekkere behaarde krullenbol van The Voice of Holland.
Wat? Is ie homo? Ach, kleinigheidje.
Het gebeurde zomaar, op een druilerige vrijdagavond stapte hij mijn leven in. Curlie Paul.
Zit ik normaal gesproken een beetje gezapig voor me uit te staren, mij niet echt bewust van de wannabe Voices maar meer geïnteresseerd in dat heerlijke wijntje dat Kim net voor me inschonk, ineens had de tv mijn volledige aandacht.
Wat was ie leuk. ‘Je hebt helemaal rode wangen’, keek Kim me van opzij aan, om vervolgens te zuchten: ‘Wen, die vent is homo hoor.’
Het was niet de eerste keer dat ik deze zin uit haar mond hoorde. Om een of andere vage reden heb ik er een handje van om verliefd te worden op homo’s. Psychologen smullen waarschijnlijk van deze ontboezeming, maar ik ben er mooi klaar mee.
Zo was daar ooit Christo, alleen bij het tikken van zijn naam krijg ik het alweer warm…
Kim en ik woonden op Lanzarote en werkten als entertainers in een hotel. Eens per twee weken kwam er een groepje heren een professionele show opvoeren in ons hotel. Een van deze heren was Christo. Hij was leuk, lief, grappig en lekker. Mooie bos zwarte haren, donkere ogen die altijd fonkelden en in het bezit van een giga gevoel voor humor. We giechelden wat af met zijn twee. En nee, dat giechelen van zijn kant deed bij mij geen belletje rinkelen.
Zelfs het feit dat de show waarin hij optrad een Travestie Show was – ik bedoel, hallo… wake up and smell the vaseline -, deed mijn ontluikende liefde niet temmen.
Zo kwam het dat ik twee uur lang breathmintjes zat weg te kauwen en wel tien keer mijn kapsel checkte op de avond dat Christo voor de show in mijn oor fluisterde: ‘Wendy, kom je na de show even achter de bühne? Ik moet je wat vragen.’
Met kloppend hart wachtte ik tot de andere travestieten aan de bar zaten en sloop achter de bühne. Christo zou me vanavond zijn liefde verklaren, ik wist het zeker.
‘Hi darling,’ begroette hij me, terwijl hij me vol op mijn mond zoende, nadat hij het laatste restje rode lipstick van zijn lippen had geboend. ‘Wen, I have to tell you something.’
Ondanks dat mijn Spaans (de moedertaal van Christo) vloeiend was, sprak Christo altijd Engels tegen me. Vond ie leuk.
En ik vond hem leuk.
En nu zou het gebeuren…
‘Wen, I love…’
Ja, nu kwam het! Dit zouden we later in geuren en kleuren aan onze kleinkinderen vertellen, het moment waarop opa zijn liefde aan oma verklaarde. Stralend keek ik hem aan.
‘…your friend! Who is that cute guy that was sitting next to you tonight?’
De rest van het seizoen hadden mijn gebroken hart en ik een avondje vrij wanneer de travestieten kwamen.
Ik zie het dus gewoon niet, het verschil tussen een gay en een straight man. Sorry, een gaydar is niet aan mij besteed. En zo viel ik vorige week als een blok voor Curlie Paul.
Misschien is het de combinatie van de blonde krullenbol a la Santino, het berenvelletje borsthaar a la Jochen en de betoverende ogen a la Angel die het ‘m doen?
Belichaamt Paul gewoon de ideale combinatie van mijn drie grote liefdes?
Of is het heel simpel een gevalletje zelfbescherming…
Ik kan hem mijn hart niet geven, dus kan hij het ook niet breken?