Zo, de feestdagen liggen weer achter ons. De galakleding kan weer tussen de mottenballen, we hoeven het niet meer te hebben over goede voornemens (sterker nog, die heeft iedereen inmiddels alweer laten varen) en we gaan weer over tot de orde van de dag.
Ik heb geen hekel aan de feestdagen hoor, integendeel. Ik ben gek op gezelligheid en altijd in voor een frivool feestje. En die feestjes zijn er in de dolle decembermaand volop!
Dit jaar kwam ik opvallend veel ex-vriendjes tegen tijdens die feestjes. Op kerstavond liep ik J tegen het twee-keer-zo-dikke-als-toen-hij-de-mijne-was lijf. Ondanks dat (en nee het was niet dankzij dat) zag hij er woest aantrekkelijk uit. Zelfs Kim viel het op. Kim en ik vallen nooit op dezelfde man. Gelukkig maar, want je moet er niet aan denken dat je een man mee naar huis neemt die vervolgens uitroept: ‘Hé, die slaapkamer ken ik’, terwijl hij de slaapkamer van je zus aanwijst…
‘Wat ziet J er goed uit’, fluisterde ze, waarop we hem met z’n tweeën bleven aanstaren, maar er niet achter kwamen wat hem nou zo aantrekkelijk maakte.
Tot we op het nieuwjaarfeest ex B tegen het lijf liepen. Flashback: ‘Wat ziet B er heet uit’, klonk het tegelijk uit onze kwijlende kaakjes. ‘Hij is grijs!’ riep Kim ineens uit. En mijn eurocentje viel. Dat was wat deze exen gemeen hadden, ze waren grijs geworden (ik mag toch hopen dat ik geen schuld heb aan deze versnelde haarverkleuring, maar dat terzijde). Maar het mysterie was opgelost, ‘grijs is geil’, verzuchtte ik. En ja, de rest van de avond betrapte ik mezelf erop alleen nog maar naar ‘grijle’ mannen te kijken.
Tijdens het volgende feestje kwam ik vriend D tegen. D is geen ex, geen (niet-grijze) haar op mijn hoofd die er ooit aan dacht. D was mijn beste vriend op school. Superlief, ontzettend grappig, maar niet aantrekkelijk. Hij zat onder de puisten en we noemden hem altijd gekscherend ‘de gespierde spijker’. Hoe hij ook zijn best deed op het ijzerwaar van de sportschool, het enige dat groter werd, waren zijn puisten. Maar D was uitgegroeid tot een mooie man. Een hele mooie man. Hebben de mannen die er vroeger goed uitzagen nu bierbuiken en worden ze kaal (en dan niet zo’n heerlijke kale kop, nee, meer het ‘hé, je bent vergeten je keppeltje af te zetten’-kaal), spijkertje D was nu uitgerust met goed gespierde armen, een uitgesproken kaaklijn en lekkere voetbalbenen. D was getransformeerd tot een steroïden spijker. Bovendien was de krullenbol op zijn hoofd in de tussenliggende jaren alleen maar voller geworden. Kortom: op D zou ik tegenwoordig mijn kunstje wel kunnen doen!
Moraal van dit verhaal (behalve dan dat het met mijn libido wel goed zit)?
Wacht met het vinden van je ideale man tot je ver in de dertig bent… en zij dat ook zijn!