Een tijdje geleden is mijn neef overleden. En nu dat ik eindelijk een huisje met een tuintje heb, doet mij dit zó vaak aan hem denken. Yep, de logica die jullie van mij gewend zijn…
Maar ik zal mij nader verklaren.
Ik was een jaar of 10 toen ik er opeens twee neefjes bij kreeg. Mijn moeders neef André trouwde Surinaamse Evi en samen adopteerden zij twee van Evi’s neefjes. Ik had dus niet zomaar neefjes, ik had exotische neefjes! Een hele happening in onze ‘bleke-beppen-familie’. Lesley en ik waren direct soulmates. We vliegerden samen op Bakkum met vliegers die Don Ron voor ons maakte van een paar latjes en vuilniszakken. Niet de mooiste van allemaal, maar wel de snelste, onze vlieger vloog als de Concorde! We waren samen voor het eerst dronken met Kerst en doopten de kalkoen Ome Joop (insiders joke die ik nu met niemand meer kan delen) en toen Les 16 werd, ‘schuifelde’ ik voor het eerst van mijn leven met een van zijn stoere vrienden op zijn Sweet 16.
Ik was een stuk jonger, schaamhaarvrij en twee-erwten-op-een-plankje op de plek waar zich later mijn C-cupje zou nestelen, dus ik vond die oudere, exotische en superknappe neef helemaal top!
We werden ouder, Lesley kreeg zijn gezinnetje en het contact werd sporadisch. Dat gaat nou eenmaal zo. Maar altijd als Kim en ik naar het Casino waren geweest, liepen we even door de straat van de Surprise Bar, waar ons neefje van 1 meter 60 als uitsmijter voor de deur stond. Dat hij bijna net zo breed was als dat hij lang was, verduidelijkt denk ik wel waarom hij daar stond. Don’t mess with Les! Uiteindelijk deed een of andere klote tumor dat helaas wél. Bijna twee jaar geleden werd hij ziek en een paar maanden later was hij weg. Rustig sterven wilde hij in Suriname, waar hij ook begraven is. Maar omdat deze ontzettend lieve, stoere knuffelbeer zoveel vrienden had in Nederland, werd er hier een maand na zijn begrafenis een grote herdenkingsdienst voor hem gehouden.
‘Ik zal je zó missen Les, want je hoeft iemand niet vaak te zien om van hem te houden’, sprak ik tijdens de dienst. ‘Ojee, die gaat janken!’, zei Marie, de vrouw van Les. Maar dat janken kwam later.
De begrafenis van Lesley was gefilmd en met zijn allen kregen we deze film te zien. Op de achtergrond zong een allerliefst ukkepukje ‘Adiosi’. Je hoeft geen talenwonder te zijn om te begrijpen dat dit ‘vaarwel’ betekent en in combinatie met de engelachtige stem van het kleine Suri grietje, zorgde dit lied voor een piek in de omzet bij Kleenex.
Een paar weken later hoorde ik voor het eerst Jan Smit en Damaru’s Tuintje in mijn hart. De stukjes die gezongen worden in het Surinaams deden mij direct aan Adiosi denken. Ik luisterde naar de tekst (althans de stukjes die ik verstond) en mijn eurocentje viel. Daar was Lesley nu, in het tuintje in mijn hart! En dat zette me aan het denken. Daar in dat tuintje, is waar ik ze allemaal bewaar. Stuk voor stuk de mensen waar ik van hou, nooit zal stoppen van te houden, maar om een of andere reden niet meer in mijn leven zijn. Oma Setta, oma Fietje, opa Lowietje, tante Rie, ome Ko, oom Han, tante Lien. Maar ook degenen die nog steeds in leven zijn. Johnny uit Zomerster, Angel en J., de laatste die mijn hart brak. Mijn allerbeste vriendinnetjes uit mijn jeugd Nancy en Daniëlle… oeps ik zit aan het maximum aantal woorden, anders was ik nog even doorgegaan. Zoveel mensen die ik nooit meer wil vergeten hebben mijn leven al beroerd. En ik ben (hopelijk) nog niet eens op helft! Ik koester ze in mijn tuintje en draag ze altijd met me mee.
Telkens wanneer ik nu mijn tuin inloop, kan ik het niet helpen even aan dat tuintje in mijn hart te denken.
Een overbevolkt tuintje dat nooit vol raakt en waarin de mooiste boom voor Lesley is.
Pingback: Een dieet-blog, de eerste, de enige. Beloofd. | Wendy's Wereld