Drie weken geleden zijn Kim en ik eindelijk in ons nieuwe paleisje getrokken. Onwennig en met een jankende poes, heb ik de eerste nacht (niet) geslapen. Nee, een jankende poes is geen woordspeling die naar mijn edele delen verwijst. Mijn (s)katje Sookie heeft echt de hele nacht lopen janken. Ze miste de flat en dat was te horen. Zo had ook onze nieuwe buuf gemerkt. De volgende dag sprak zij mij aan en vroeg hoe het nu met mijn poesje ging. We raakten aan de praat en zo kwam ik ergens achter. Iets dat ik écht liever niet had geweten.
De week voordat we verhuisden is onze buurman (aan de andere kant) overleden. ‘Nou’, zei mijn nieuwe buuf, ‘gelukkig zat er dit keer voor ons een huis tussen.’
Op het moment dat ik het vroeg, had ik eigenlijk al spijt. Ik kon nog net de impuls om mijn vingers in mijn oren te steken en heel hard ‘lalalalalaaaaaa’ te schreeuwen onderdrukken. Maar tot mijn eeuwige spijt en tijdens een ontoerekeningsvatbaar moment, hoorde ik mezelf zeggen: ‘O, wat dan?’ Dus stak de buuf van wal.
In onze mooie, nieuwe, vers geverfde, laminaat gevloerde, super strak ingerichte Mansion, woonde eens een oude man. Deze meneer werd iedere dag gewekt door het geluid van de vogeltjes (lees: van die super-irri ‘roekoe’ duiven) in de boom voor ons raam, terwijl de eerste zonnestralen zijn huid verwarmden. Tot hij op een ochtend niet meer wakker werd. Hij is gewoon DOOD gegaan in ons paleisje, wat een lef! ‘Buuf, ik hoef verder niks meer te weten hoor’, zei ik snel (beetje te laat, eigenlijk), ‘telkens als de zoldertrap kraakt denk ik dat die dooie vent op zolder zit.’ ‘Nou’, lachte mijn buurvrouw, ‘Herman komt niet meer terug hoor.’ Lekker, nu had mijn klopgeest ook nog een naam.
‘Herman in de zon op mijhijn zolder’, zong Kim vrolijk nadat ik haar het gruwelijke relaas vertelde. ‘Stel je niet aan Wen, jij gelooft toch helemaal niet in die Char en Ogilvy praktijken!’
Nee, dat doe ik inderdaad niet. Maar toch… Sinds we de sleutel van ons nieuwe huisje hebben, kan ik ook maar niet ophouden aan mijn oma Setta te denken. Opa Wim is gestorven toen oma pas 40 was en oma heeft haar hele leven geen nieuwe man gehad. Superzielig vond ik dat als klein Wendietje (nu weet ik wel beter) ‘Oom, als ik later groot ben, komt u gewoon lekker bij mij op zolder wonen, dan bent u niet meer alleen.’ Hoe vaak ik dat tegen haar heb gezegd. En hoe vaak het me nu, dat ik daadwerkelijk een zolder heb, de griebels geeft als ik eraan denk dat ik haar dat heb beloofd! Hoe zat dat ook alweer? Een geest komt alleen binnen als je hem/haar (of is het ‘het’?) uitnodigt…?
Van de week hebben we de tuinstoelen op zolder gezet. De zomer is voorbij, voorlopig hebben we ze niet nodig. ‘Zo, kunnen oma en Herman lekker zitten’, grapte Kim terwijl ze de laatste stoel neerzette. ’s Nachts hoorde ik de stoelen boven mijn hoofd verschuiven, serieus.
Zojuist is mijn nieuwe bed bezorgd en heb ik mijn oude matrassen op zolder gelegd. ‘Zou je dat nou wel doen Wen?’ grapte Kim. ‘Oma stond tenslotte al een tijdje droog.’
Ik denk dat ik vannacht maar met oordopjes in slaap.